- afvallen
- {{afvallen}}{{/term}}1 [naar beneden vallen] tomber (de)2 [niet meer meetellen] être éliminé3 [ontrouw worden] renier4 [afslanken] maigrir⇒ perdredu poids♦voorbeelden:1 zijn hoed viel af • son chapeau tombahet boek viel van zijn knieën af • le livre tomba de ses genoux2 er vielen drie renners af • trois coureurs étaient éliminés3 God afvallen • renier Dieuvan de kerk afvallen • quitter l'Eglise4 ik ben één kilo afgevallen • j'ai maigri d'un kilo¶ er zal voor jou ook nog wel iets afvallen • tu en retireras aussi quelque bénéfice
Deens-Russisch woordenboek. 2015.